Voor de start van een nieuwe werkweek maak ik altijd een weekmenu. Meestal op vrijdag, zodat we zaterdag de nodige boodschappen kunnen doen. Bepaalde verse ingrediënten, zoals bijvoorbeeld vis of groenten die snel bederven, haal ik dan tijdens de week in mijn lunchpauze of op weg naar huis.
Ik krijg dikwijls de reactie “ik zou dat niet kunnen, al vooraf beslissen wat ik ga eten”, maar persoonlijk vind ik dat het ons enorm veel tijd uitspaart. Mijn gedachten dwalen tijdens de dag niet steeds af naar wat we nu weer gaan eten, en ik hoef geen halsbrekende toeren uit te halen om ’s avonds nog de nodige boodschappen bij elkaar te shoppen. Daarenboven heb ik zo meer controle over wát we eten, want als ik om 6u ’s avonds nog iets moet bedenken, lijken frieten en pizza de meest verleidelijke keuzes. En ik ben niet zo wilskrachtig dat ik telkens “neen” kan zeggen.
Daarom hieronder – ter inspiratie en illustratie – ons weekmenu van deze week! Ik doe nog steeds mee met Dagen zonder Vlees, dus voor ons tijdens de werkweek enkel veggie. In het weekend mag het wat meer zijn, maar in de week houden we het nu veertig dagen bewust sober.
Maandag
Lasagnoni met courgette
Dinsdag
Lunch buitenshuis
Woensdag
Parelcouscous met courgette en tomaat
Donderdag
Tomaten-erwtencurry
Onder de middag maak ik ook nog een testbaksel voor de paasbrunch-recepten die hier binnenkort verschijnen (de voordelen van thuiswerk…).
Vrijdag
Zelfgemaakte pizza met een restje ingevroren deeg
Zaterdag
Spaghetti met gehaktballen à la Jamie
Zondag
Hotel mama én alweer een testje voor de paasbrunchreceptjes
Vanavond zet ik dus deze heerlijke “lasagnoni” op tafel. Lasagnoni is een pastasoort die er een beetje uitziet als lasagne met een rokje. Ik vind hem gewoon prachtig, en dus móest ik hem kopen toen ik hem in de vitrine van een Italiaanse delicatessenzaak bij mijn werk zag liggen. Maar je kan evengoed gewone lasagnevellen gebruiken. Als je verse neemt, is het recept zelfs wat sneller, omdat je die niet hoeft voor te koken.
Ik ben er mij van bewust dat de foto van het eindresultaat wat mislukt is. Telkens opnieuw – als ik zit te “klooien” met mijn ikea-lampen, mijn zelfgenutselde reflexiepanelen (isomo – that is) en mijn camerastatief – besef ik dat ik nog heel wat te leren heb. Maar zie: elke dinsdag ga ik trouw naar de fotografiecursus, dus hopelijk zie je hier tegen de zomer toch heel wat betere beelden. Laat je dus niet afschrikken door de foto: deze pasta is én gemakkelijk én lekker én vrij slank. Een heerlijk opstapje naar de zomer dus.
Inspiratie haalde ik bij Skinny Taste
Wat heb je nodig?
300 g lasagnoni, of gewone lasagnevellen
olijfolie
1 teentje look, geperst
3 sjalotjes, fijngesneden
1 kl gedroogde tijm
2 courgettes, gewassen, grof geraspt en uitgelekt
zout en peper
250 g ricotta
50 g geraspte parmezaan + extra om te garneren
1 ei, losgeklopt
een bosje basilicum, fijngehakt
500 ml tomatensaus (ik gebruikte een restje van deze saus)
1 bol mozzarella, in stukken gescheurd
Hoe ga je tewerk?
Kook de lasagnoni gaar in een grote kom kokend en gezouten water.
Giet af, spoel met koud water en laat goed uitlekken.
Verhit een scheutje olijfolie in een kookpot.
Bak er op een zacht vuur de look, tijm en sjalot in aan.
Doe er de courgette bij en bak een paar minuten.
Laat het mengsel goed uitlekken in een vergiet.
Meng in een grote kom het courgettemengsel met ricotta, parmezaan, ei, basilicum, peper en zout.
Dep de lasagnonivellen droog.
Verwarm de oven voor op 175 °C.
Leg een lasagnonivel open op een werkvlak.
Spreid er een dunne laag van het courgette-ricottamengsel op uit.
Rol de pasta op.
Werk zo verder tot alle lasagnoni en alle vulling op is.
Schep een laagje tomatensaus in een ovenschaal.
Leg er de lasagnonirolletjes in.
Lepel er de rest van de tomatensaus over.
Verdeel er ook de mozzarella en de overgebleven parmezaan over.
Dek de schaal af met aluminiumfolie en bak 40 minuten.