Indiase curry met bloemkool

Nog eens een ideaal receptje voor donderdag veggiedag, en ook nog eens een probeersel van Dagelijkse Kost. En, ook geen nieuwe: geslaagd, merci Jeroen Meus! Ik maakte dit met een restje bloemkool dat lag te verkommeren in de groentenlade van de diepvries, en wat een glorieus maal pers je daar nog uit, zeg! Echt lekker.

Je hoeft je trouwens niet strikt aan het recept te houden. Je kan er eigenlijk alle restjes groenten in kwijt, denk bijvoorbeeld aan broccoli, witte kool, pompoen of boontjes.

Als je een groot blik kokosmelk gebruikt (meestal 400 ml), kan je de rest gewoon invriezen. Altijd handig voor de volgende keer dat je dit op het menu zet.

Wat heb je nodig?

250 g basmatirijst
arachideolie
1 bloemkool in roosjes (of roosjes uit de diepvries)
2 paprika’s, in grove stukken
1 ui, in halve ringen
1 teentje look, geperst
1 chilipeper, fijngehakt
een stukje gember, geraspt
400 g tomatenblokjes in blik
250 g kikkererwten in blik, uitgelekt
2 dl kokosmelk
kurkuma
gerookt paprikapoeder
komijnpoeder
garam masala
olijfolie
verse koriander, fijngehakt
peper en zout

Hoe ga je tewerk?

Verhit een scheutje olie in de wok.
Bak er de bloemkoolroosjes twee minuutjes in aan.

Voeg de uien toe, samen met de gember, look en chilipeper.
Voeg de paprika’s toe, zet het vuur lager en doe er ook de specerijen bij.

Als de groenten goed gebakken zijn (maar nog niet gaar) giet je er de tomatenblokjes en kokosmelk bij.

Voeg er de kikkererwten aan toe, roer alles door, zet het vuur laag en laat tien minuutjes pruttelen.

Kook intussen de rijst gaar.

Proef en kruid de curry eventueel bij met peper en zout.
Serveer de curry met de rijst, en garneer met korianderblaadjes.

Yoghurtcake met citroen

Tijd om nog eens te bakken, het is alweer eventjes geleden. Ik vind bakken eigenlijk heel erg “rewarding”. Je roert wat bloem, eieren, boter en suiker door elkaar, giet dat in een vorm, steekt het in de oven, “et voilà”, daar staat het pront baksel op jou te wachten! En de heerlijke bakgeuren die de huiskamer vullen, die krijg je er nog gratis bij!

Veel mensen hebben een beetje schrik van bakken. Ik hoor in mijn omgeving vaak “ik kan niet bakken”, terwijl het toch eigenlijk helemaal niet moeilijk is. Akkoord, als je een beetje onzeker bent, is het geen goed idee om te starten met macarons of pakweg een misérable, maar een cakeje, dat kan volgens mij iedereen!

De yoghurtcake van vandaag is een variatie op een klassieke “quatre-quarts”, hét basisrecept voor cake: een vierde eieren, een vierde bloem, een vierde boter en een vierde suiker. In dit recept wordt een deel van de boter vervangen door een (nog groter) deel yoghurt, waardoor je een compactere, smeuïge textuur krijgt. De cake wordt extra op smaak gebracht met een beetje citroenrasp en vanille. Klassieke en eenvoudige smaken die voor een heerlijk aroma zorgen.

Als je daar zin in hebt, kan je de cake nog wat pimpen met een jasje van citroenglazuur. Hiervoor meng je citroensap met een royale hoeveelheid bloemsuiker.

Eén kleine truc, die eigenlijk op de meeste patisserie van toepassing is: zorg dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn, dan komt het sowieso in orde.

Dus, komaan lezers, sla eens aan het bakken! Het is echt de moeite waard!

Het recept heb ik van Dagelijkse Kost.

Wat heb je nodig?

180 g boter
250 g suiker
250 g bloem
250 g (griekse) yoghurt (ik heb zelf gewone, volle yoghurt gebruikt)
5 eieren
1 citroen
1 vanillestokje
1 koffielepel bakpoeder

Hoe ga je tewerk?

Verwarm de oven voor op 180 °C.

Klop de boter romig.
Voeg er geleidelijk aan de suiker aan toe en meng goed.

Roer er de eieren één voor één door.
Voeg pas een volgend ei toe als het vorige goed is opgenomen.

Snijd het vanillestokje open en schraap er de zaadjes uit.
Voeg deze toe aan het beslag.
Rasp er ook de schil van één citroen (enkel het gele gedeelte!) bij.

Zeef de bloem.
Roer ze door het beslag.

Giet er ook de yoghurt bij en meng goed.

Roer er tot slot het bakpoeder door.

Vet een cakevorm in met een beetje boter en bestuif met wat bloem.
Giet er het beslag in.
Bak de cake 50 à 60 minuten in de warme oven.
Prik na 50 minuten eens in de cake met een satéstokje. Als er geen beslag meer aanhangt, is de cake gaar. Anders bak je hem nog wat langer.
Pas dezelfde truc toe na 60 minuten, en bak indien nodig nog wat langer! Baktijden zijn enorm afhankelijk van oven tot oven.

Ontvorm de cake op een rooster en laat een beetje afkoelen.

Serveer lauw of helemaal afgekoeld.

Zweedse balletjes met veenbessen en puree

Ikea is zo’n wijdverspreid fenomeen geworden, dat ik mij afvraag of je de typische köttbullar nog wel als Zweeds kan bestempelen, of eerder als “wereldkeuken”. Je stapt van het vliegtuig in Budapest, en het eerste dat je ziet als je de stad binnenrijdt, zijn de herkenbare gele letters op een blauwe megawinkel. Hetzelfde overkomt je in Barcelona en pakweg Amman. Ik verbaas me er telkens over hoe herkenbaar de Zweedse meubelgigant is. Het typische lettertype doet – onbewust – meteen een belletje rinkelen als je het label van een kussen of het etiket dat aan de onderkant van een bleekhouten tafel plakt, bekijkt. Sterk in huisstijl, die Zweden!

Vrijdag heb ik de kinderfavoriet bij uitstek van een middagje rondneuzen (en dus ook shoppen, je hebt steevast vanalles gekocht waarvan je vooraf niet wist dat je het nodig had) in de markthall van de Ikea op het menu gezet. Ik gebruikte het recept van Dagelijkse Kost, en paste het slechts hier en daar aan, grotendeels uit gemakszucht (zo heb ik de balletjes niet eerst gekookt, maar meteen in de pan gebakken) en uit opportunisme (ik eet nu eenmaal liever een warme veenbessensaus, dan een half bevroren variant – ik was uiteraard vergeten de rode besjes vooraf uit de diepvriezer te halen). De saus is niet bepaald op kindermaat (door de toevoeging van cognac), maar die zijn toch al lang tevreden als je “balletjes” en “puree” in dezelfde zin gebruikt.

Het is in elk geval een aanrader: weinig werk, veel resultaat. Het recept wordt hier zeker een vaste waarde!

Wat heb je nodig?

500 g gehakt
2 sjalotjes
gemalen piment (kan je ook weglaten als je dit niet in huis hebt)
1 ei
paneermeel
boter
1 dl room (light mag)
een scheutje cognac
1 pakje veenbessen (ongeveer 350 g)
70 g suiker
peper en zout

Hoe ga je tewerk? 

Snij de sjalotjes fijn en stoof ze even aan in een beetje boter.

Doe het gehakt in een mengschaal.
Kruid met piment (en ev. peper en zout).
Voeg de gestoofde sjalot toe.
Doe er ook het losgeklopte ei bij.
Meng alles goed door elkaar.
Voeg er paneermeel aan toe tot het gehakt los komt van de kom.
Rol er balletjes ter grootte van een pingpongballetje van.

Doe intussen de veenbessen met de suiker samen in een kommetje.

Verwarm onder af en toe roeren tot de suiker opgelost is, en de bessen gebarsten zijn.
Je krijgt een dikke confituur.

Verwarm een beetje boter in een koekenpan.

Bak de balletjes rondom bruin.
Zet dan het vuur een beetje lager en bak tot de balletjes gaar zijn.
Schep ze uit de pan en blus deze met cognac.
Bevochtig met room en laat even doorkoken.
Kruid bij met (royaal) peper en zout.
Schep de balletjes terug in de pan en verwarm ze in de saus.

Serveer de balletjes met de cognacsaus, de veenbessenconfituur en een smeuïge puree.

Gestoomde vis en groentjes met currysaus

Het is Dagelijkse Kost-week deze week. Gisteren stonden de pitabroodjes op het menu, morgen de Zweedse balletjes van Jeroen (pun not intended) en maandag heb ik het recept voor gestoomde vis met curry-olie gemaakt. Ik heb het recept wel een beetje naar mijn hand gezet. De curry-olie heb ik achterwege gelaten, wegens vrij vet en te veel was (als je olie door een handdoek moet gieten, zal die toch een goeie wasbeurt kunnen gebruiken om de vetvlekken eruit te krijgen). Ik heb er een currysausje van gemaakt, volgens mij wat smaakvoller dan de Meus-variant. Bij de groentjes heb ik de paksoi weggelaten, omdat de hoeveelheid anders sowieso te veel zou zijn voor ons gezinnetje, maar als je dit echt voor vier volwassenen maakt, zou ik het origineel volgen. Hieronder in de ingrediëntenlijst zal ik de paksoi er dan ook bijzetten.

De groentjes heb ik ook wat extra op smaak gebracht met sojasaus, anders smaakt het geheel toch net iets te veel als dieetkeuken. En eigenlijk voegt die sojasaus niet veel calorieën toe, maar wel héél veel smaak. De schelvis, tenslotte, heb ik vervangen door kabeljauw, zonder specifieke reden, en heb ik gekruid met wat algen, omdat ik dat toevallig in huis heb. Maar dat is dus niet echt nodig.

Het resultaat was geslaagd: een heerlijk licht en smaakvol gerecht met mooie kleurtjes om een donkere herfstavond wat op te vrolijken.

Wat heb je nodig? 

4 porties schelvis- of kabeljauwfilet van elk ongeveer 200 g
2 builtjes witte rijst (of zo’n 250 g losse)
250 g kastanjechampignons
150 g sojascheuten
1 paksoi
2 stengels bleekselder
1 prei
1 courgette
1 rode chilipeper
een stukje verse gember
sesamolie
sojasaus
peper en zout
currypoeder naar smaak
1 eetlepel kurkuma
250 ml groentenbouillon
100 ml kokosmelk (vries de rest in!)

Hoe ga je tewerk?

Maak de groenten schoon en snijd ze in hapklare stukjes.
Rasp de gember, snijd de chilipeper fijn en meng onder de groentjes.
Doe de groentjes (eventueel in verschillende porties) in een stoommandje waarin je een stukje bakpapier (of een bananenblad mocht je dat hebben) gelegd hebt.
Sprenkel er een beetje sesamolie over.

Kruid de vis met peper en zout (en ev. algen).
Leg in een tweede stoommandje, ook op een stukje bakpapier.

Breng water aan de kook.
Leg er de builtjes rijst in en kook gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Zet er het stoommandje met de vis op, en daarop het mandje met de groentjes.
Dek af en laat gaar stomen.
Voor de groentjes reken je ongeveer 4 minuutjes (per portie), voor de vis een 8-tal minuten.

Voor de currysaus verwarm je de groentenbouillon.
Voeg er de curry en kurkuma aan toe.
Giet er de kokosmelk bij en laat lichtjes binden.
Proef goed, de saus mag zeker niet te zoet zijn, voeg eventueel nog wat bouillon of curry toe.

Doe de gare groentjes in een mengkom en sprenkel er een beetje sojasaus over naar smaak.
Kruid eventueel bij met peper en zout.

Serveer de gestoomde vis met de groentjes en currysaus.

Pitabroodjes met halloumi en appel-tzatziki

Geef nu toe, als je na een dagje hard werken dit terugvindt als ingrediënten voor het avondmaal, dan word je toch instant-vrolijk. Al die felle kleurtjes, al die heerlijke verse dingen, vol échte smaken. Ok, ik geef toe, de overtollige verpakking maakt het allemaal wat minder romantisch… Meneer Delhaize: het is echt niet nodig om een komkommer in een plastieken frakske te verpakken, en een daikon ook niet, ze zullen heus geen kou vatten in ons miezerig belgenlandje… En al zeker niet in mijn keuken.

Ik eet al die dingen zo supergraag, dat ik er gemakkelijk een kilo van binnen krijg. Het is dus duidelijk dat mijn pondjes extra van enkele jaren terug niet per se aan een hoop vettigheid op mijn weekmenu te wijten waren. Een groot pak friet met een dikke klodder mayonaise sla ik trouwens nog altijd niet af. Die kilo’s zijn er eerder gekomen door een totale en allesomvattende gulzigheid. Ik éét gewoon graag, en als ik iets graag eet, dan ken ik geen maat. Niet in zoetigheid of hartige snacks, maar ook niet in gezonde dingen als dit. En dus maak ik de groentjes thuis steevast in porties voor vier personen, terwijl we eigenlijk maar met een goeie 2,75 zijn (ik reken de kleuter voor een half en de -ook al- gulzige baby voor een vierde).

Dit is gebaseerd op een receptje van Dagelijkse Kost, en ik moet zeggen dat het weer een schot in de roos was. Meuske, ge doet dat goed! De zoute halloumi – een Cypriotische, rubberachtige kaas die zich uitstekend leent tot grillen – contrasteert heerlijk met de frisheid van de groentjes en de uitgesproken scherpheid van de tzatziki.

Voor alle duidelijkheid, het recept hieronder is dus voor 4 (zoals trouwens alle recepten op deze blog) “gewone” mensen, maar als je ook een paar gulzigaards in huis hebt, zou ik toch nog wat vermenigvuldigen aan de hoeveelheden.

Wat heb je nodig?

6 pitabroodjes
1/2 daikon (of een bosje radijzen)
2 wortels
1/2 rode ui
1 avocado
1 zure appel
1/2 komkommer
150 g plattekaas
1 teentje look
peper en zout
1 limoen
korianderblaadjes
1 pakje halloumi
olijfolie

Hoe ga je tewerk?

Schil de wortels en de daikon.
Schil de ui en snij in flinterdunne halve maantjes.
Rasp de wortels en de daikon grof.
Meng in een slakom met de ui en zet apart.

Schil de komkommer en de appel en rasp beiden grof.
Druk er zoveel mogelijk vocht uit in een zeef.
Meng met de plattekaas.
Pers er het teentje look bij.
Meng goed en kruid met peper en zout.
Voeg naar smaak een beetje limoensap toe.

Snijd de avocado open, verwijder de pit en schil.
Snij in partjes en besprenkel met een beetje limoensap om verkleuren te voorkomen.

Snij de halloumi in reepjes van ongeveer een halve centimeter.

Verhit een beetje olijfolie in een pan op hoog vuur.

Bak er de reepjes halloumi in.
Rooster intussen ook de pitabroodjes in de broodrooster.

Serveer de halloumi met de wortel-daikon salade, de tzatziki, de korianderblaadjes, de avocado en de pitabroodjes.

Stel zelf je broodje samen.

Veggie quiche

Wat een typische herfstdag vandaag! Deze middag liep ik in de striemende regen naar een vergadering, waar ik trouwens – ondanks de paraplu- doornat toekwam. En toen ik een uur of twee later weer naar mijn bureau wandelde, stond de zon hoog aan de hemel, in een staalblauwe lucht. Het lijken eigenlijk eerder aprilse grillen dan oktoberse… tja, ik kan geen rijmend alternatief bedenken,  but you get the picture…

Zo’n herfstdag smeekt bijna om een ovenschotel, en ik had vandaag een quiche met ui, tijm en geitenkaas van Dagelijkse Kost gepland.

Je start met vier rode uien in halve maantjes te snijden. Die stoof je op een zacht vuurtje aan in een beetje boter, met wat fijngesneden tijm. Intussen bak je je kruimeldeeg-bodem blind. In principe moet dat niet echt, maar omdat ik toch moest wachten tot de uien gaar waren, heb ik hem toch een twintigtal minuutjes in de oven gezet. Hierdoor krijg je een lekkere krokante korst, en dus zeker geen “soggy bottom”.

Als de uien bijna gaar zijn, giet je er een glas of twee porto bij. Je laat ze dan nog een tiental minuutjes verder stoven, tot de porto helemaal weggekookt is.

Nu kan je alles beginnen samenvoegen: je schept de uien in de voorgebakken taartbodem, je verdeelt er een vers geitenkaasje over en giet er dan een mengsel van eieren (een zestal) en room (2 à 3 dl) over. Je zet het geheel nog een twintigtal minuutjes in een oven van 170°C en klaar is kees! We hebben er een eenvoudige groene salade met een dressing van hazelnootolie en rode wijnazijn bijgegeten.